Beter met burgers… (8/8)

Dit is alweer de laatste blog uit de serie van acht over samenwerking tussen overheid en burgers. Ik hoop dat deze blogs je geïnspireerd hebben! Wil je meer lezen en zelf aan de slag met dit thema, dan heb ik twee mogelijkheden voor je:

  • Maak in één dag een flinke sprong in je project.  Dit voorjaar test ik met een aantal klanten een nieuw product: Verandersprong. Is een samenwerkingsproject dat jij aanstuurt vastgelopen, of weet je niet waar te beginnen? Samen pakken we jouw vraag op. In één dag bepaal je je aanpak en de volgende stap. Dat bespaart veel tijd en energie. Deelnemers die al eerder meededen aan de pilot van Verandersprong zijn enthousiast. Tot het eind van de zomer geldt een speciale pilotprijs. Wil je meer weten, bel me dan of stuur een e-mail.Figuur 7 Stappen
  • Lees op een moment dat jou past praktische info over samenwerken met burgers.  Omdat ik het belangrijk vindt dat kennis en ervaring voor iedereen toegankelijk is, kun je op mijn site het praktijkboek ‘Beter met Burgers’ direct bestellen. Het bevat naast inspirerende artikelen ook veel praktische voorbeelden. Daarmee kun je direct zelf aan de slag. Lees hier meer. In het praktijkboek wandel ik 7 stappen met je door die zijn weergegeven in het onderstaande model. Een aantal thema’s die in de blogserie aan de orde zijn geweest diep ik verder uit. Ook help ik je er concreet mee aan de slag te gaan.

Voor nu bedankt voor het lezen en reageren op deze serie!

Binnenkort begin ik met een nieuwe themaserie. Het onderwerp daarvoor bepaal ik niet zelf, maar laat ik afhangen van wat mijn lezers op dit moment vooral bezighoudt. Ik hoor dan ook graag wat jóu op dit moment bezighoudt. Wil je daarvoor een korte vragenlijst invullen? Het kost maar 5 minuten van je tijd. Alvast bedankt!

In de tussentijd doe ik even iets anders. Ik schrijf vijf blogs over mijn favoriete veranderkunde boeken. Een vriendin vroeg mij laatst: ‘wat zijn eigenlijk jouw favoriete boeken over veranderen?”. Goede vraag! Ik merkte in de weken daarna dat meer mensen daarin geïnteresseerd zijn. Dus vanaf volgende week vijf weken lang mijn favoriete veranderboeken. Tot dan!

Fietsend de campings langs – ook dat is besturen (1/8)

Veel professionals in de publieke sector houden van hun vak en willen iets betekenen in hun dorp of stad.  De verhouding met bestuurders ervaren ze vaak als moeilijk; dat hoor ik in de trainingen Politiek-Bestuurlijke sensitiviteit die ik een paar keer per jaar geef. Toch kan samenwerken met bestuurders ook inspirerend zijn. Er zijn bestuurders die midden in de samenleving staan en volop samenwerken met professionals die dat ook willen.

Social media burgemeester

Op de kaart van gemeentes met een Twitterende burgemeester zie je in het uiterste oostpuntje van het land een donkergroen vak. Dat betekent dat daar de meest intensief Twitterende burgemeester van Nederland werkt. Michael Sijbom is een burgemeester die ik heb leren kennen als iemand die met twee benen in de ‘klassieke’ overheid én in de netwerkdemocratie staat. Hij is actief op Twitter, Facebook en andere media en heeft duizenden volgers. Communicatie vindt hij belangrijk en hij gebruikt daarvoor alle middelen. In een Prezi presentatie laat hij wat voor hem de rol is van een burgemeester in de netwerksamenleving. De Prezi bevat mooie voorbeelden van hoe hij communiceert vanuit de verschillende rollen van een burgemeester.

Sijbom doet dat met gevoel voor de locale context. Losser is een uitgestrekte gemeente met meerdere kernen. Sijbom heeft als doel om in de gemeente de verbinding te versterken én om Losser (dat relatief veel inkomsten uit toerisme heeft) in heel Nederland op een positieve manier op de kaart te zetten.

Heeft jouw organisatie ook een praat- en een doetheorie?

In de top-3 van politieke modewoorden in 2014 stond de term ‘participatiesamenleving’. De overheid kan niet meer alles doen en dus moeten burgers zelf meer verantwoordelijkheid nemen. Dat idee is natuurlijk niet nieuw. Samenwerking tussen overheid en burgers staat al jaren op de agenda van beleidsmakers en politici.

Toch hoor ik professionals uit de publieke sector vaak zuchten als het over samenwerken met burgers gaat. Ik voel een oprecht verlangen bij hen om samen te werken, maar hoe dan? Dat is een zoektocht. Professor Hans Boutellier noemt dit in zijn boek De improvisatiemaatschappij de ‘handelingsverlegenheid van professionals’.

Professionals met passie

Het afgelopen jaar sprak ik medewerkers van gemeenten die wél vol passie, al improviserend, aan de slag zijn om met burgers en ondernemers projecten van de grond te krijgen. Ik noem ze hier Marieke, John en Martijn. Hun gemeente heeft het woord ‘participatie’ in alle beleidsstukken staan. Toch lopen zij met hun praktische vragen stuk in de interne organisatie. Ze ervaren geen ondersteuning, maar eerder tegenwerking van leidinggevenden en collega’s.

Marieke: “we realiseren mooie dingen samen met bewoners in de wijk. Maar ik loop stuk op de systeemwereld van mijn eigen organisatie”. Martijn: “als ik een praktisch plan inbreng van winkeliers in onze gemeente, krijg ik in het MT een compliment. Maar vervolgens is er geen enkele ondersteuning of praktische hulp.”
Marieke en John zaten aan het eind van 2014 wekenlang ziek thuis; hun energie was op.

praat-en doetheorieGek genoeg is het heel gebruikelijk dat organisaties het ene ding zeggen (’we willen burgerparticipatie’) en het andere ding doen (’we steunen jouw project niet als het buiten onze procedures en werkwijzen valt’). Organisatiepsycholoog Chris Argyris schreef hier in 1985 al over. Hij benoemt het verschil tussen een praattheorie en een doetheorie.

Wanneer is een project ‘af’ ?

plaatje boekHet is inspirend om bevriend te zijn met mensen die heel anders zijn dan jij zelf.  Zo heb ik in mijn vriendenkring een paar kunstenaars.  Eén van hen vertelde me laatst dat het moeilijkste van het maken van een kunstwerk is: bepalen wanneer het ‘af’ is. Als je te vroeg stopt met aanpassen en fijnslijpen, is het werk niet wat het had moeten zijn. Als je te laat stopt, kan het zijn dat je de essentie van het kunstwerk verliest.

Ik zag meteen de analogie met mijn eigen projecten. De afgelopen drie maanden heb ik gewerkt aan het maken van een eboek en een online cursus. Dat is voor mij een nieuwe stap in de ontwikkeling van mijn bedrijf. Sinds vorige week staat het eboek online en kunnen mensen het boek bestellen of zich aanmelden voor de cursus.

In de laatste week voor de afronding merkte ik, dat ik constant nog kleine verbeteringen bleef aanbrengen.

Een belofte aan je baas of aan de burgers ?

Heb jij een eed of belofte afgelegd in jouw functie? En weet je nog aan wie je eigenlijk wat hebt beloofd?

Het afleggen van een eed of belofte maakt een revival door. Ik las dat bij de start van de Dakar Rally een eed wordt afgelegd. Na de bankencrisis werd het afleggen van een eed gezien als hét middel om bankiers bewust te maken van hun beroepsethiek. Recent ontstond dezelfde discussie in de VVD. Zou het niet goed zijn om politici een eed te laten afleggen, zodat er meer vertrouwen van kiezers in politici ontstaat?

Zelf heb ik de eed afgelegd toen ik bij de politie ging werken. In een feestelijke bijeenkomst met collega’s en familieleden legde ik de eed af ‘in handen van de korpschef’. Ik nam het behoorlijk serieus, omdat ik nu eenmaal serieus ben. Maar zou dat voor iedereen gelden? Mijn man, die erg sterk is in het observeren van non-verbaal gedrag, had het idee van niet. Tijdens de koffie na afloop vertelde hij me dat de lichaamstaal van één persoon duidelijk verraadde dat die het allemaal niet zo belangrijk vond.

Is dat niet juist het probleem bij een eed? Degenen die op een integere manier hun beroep willen uitoefenen doen dat ook wel zonder eed. En degenen die daar minder bewust mee omgaan zullen hun eed na de koffie met gebak snel vergeten zijn. Daarbij speelt ook mee aan wie je de eed al aflegt. Ik legde de eed af aan de korpschef, dus in de klassieke hierarchische verhouding. Zou dat anders kunnen, nu we veel meer naar een participatieve democratie gaan?

Op een bijeenkomst over innovatie bij de overheid hoorde ik dat de gemeente Ridderkerk dit anders doet. Zij hebben de ambtseed omgezet in een verklaring van vertrouwen, die is gericht op de burgers van de gemeente. Vanuit de gedachte van burgerparticipatie luidt de tekst in de eed: “Ik werk voor de Ridderkerkse burgers, ik dien de locale gemeenschap en daar ben ik trots op. Ik wil inspireren en geïnspireerd worden, vertrouwen geven, vertrouwen verdienen en dat vertrouwen waard zijn.”

Vind je dit voorbeeld van Ridderkerk inspirerend? Aan wie zou jij een belofte willen afleggen en wat zou daar dan in staan?