Wanneer is een project ‘af’ ?

plaatje boekHet is inspirend om bevriend te zijn met mensen die heel anders zijn dan jij zelf.  Zo heb ik in mijn vriendenkring een paar kunstenaars.  Eén van hen vertelde me laatst dat het moeilijkste van het maken van een kunstwerk is: bepalen wanneer het ‘af’ is. Als je te vroeg stopt met aanpassen en fijnslijpen, is het werk niet wat het had moeten zijn. Als je te laat stopt, kan het zijn dat je de essentie van het kunstwerk verliest.

Ik zag meteen de analogie met mijn eigen projecten. De afgelopen drie maanden heb ik gewerkt aan het maken van een eboek en een online cursus. Dat is voor mij een nieuwe stap in de ontwikkeling van mijn bedrijf. Sinds vorige week staat het eboek online en kunnen mensen het boek bestellen of zich aanmelden voor de cursus.

In de laatste week voor de afronding merkte ik, dat ik constant nog kleine verbeteringen bleef aanbrengen.

Vind je de politie buiten of binnen?

Soms vragen mensen wat open organiseren eigenlijk is.  In deze blogpost wil ik mijn kijk daarop laten zien aan de hand van een voorbeeld: ‘het politiebureau’ en ‘de wijkagent’.

Als je iemand op straat vraagt: “waar vind ik de politie?” dan zal diegene vaak verwijzen naar het politiebureau.  ‘De politie’ heeft dan als vorm een gebouw, waar politiemensen werken in kamers achter bureaus. Burgers kunnen er naar binnen gaan, maar meestal alleen op vaste tijden en in bepaalde gedeeltes van het gebouw. Er is een heel duidelijke scheiding tussen het gebouw en de omgeving. Als het gebouw ‘gesloten is voor publiek’ is er geen interactie.

Er zijn ook mensen die op de vraag: “waar vind ik de politie?” verwijzen naar de wijkagent. Die rijdt op dat moment op de fiets door de wijk, is te volgen op Twitter of laat aan een schoolklas zien hoe een biketeam werkt. In deze situatie heeft ‘de politie’ als vorm een persoon. Hij of zij is vooral in de wijk aanwezig  en is continu in verbinding is met anderen,  met mensen die juist niet bij de politie werken.

Wat is nu in dit voorbeeld ‘de politie’ ? Is het een gebouw waar politiemensen werken in een duidelijke organisatiestructuur en met een vaste werkplek? Of is het een verzameling professionals die vooral buiten het eigen bureau, samen met burgers en professionals, werken aan veiligheid?

De manier waarop wijkagenten (in dit voorbeeld) werken is voor mij een manier van open organiseren.

wijkagent 012 Heb je weleens zo naar je eigen organisatie en je eigen werk gekeken?  Hoeveel kontakt heb je elke dag met collega’s? Hoeveel met klanten of burgers? Zit je vooral achter je bureau of ben je continu ‘buiten’, daar waar je werk ontstaat? Wat zijn voor jou de voordelen van een ‘open’ organisatie?

Foto: touwladder.nl

De loyale professional: klant of organisatie?


Ook deze winter sneeuwde het weer flink in Nederland. En vaak regent het klachten over de NS. Voornaamste klacht: gebrekkige communicatie aan reizigers en aan het eigen personeel.

Zelf reis ik ook veel per trein. Soms gaat dat fout; heel vaak gaat het ook gewoon goed. Wat mij vaak opvalt is de manier waarop conducteurs (wel of niet) communiceren met de klanten. Staan ze open voor de beleving van de reiziger? En welk verhaal vertellen zij over hun eigen organisatie?

Eergisteren stonden we 10 minuten stil op het station in Hengelo, schijnbaar zonder aanleiding. De conducteur meldde zich door de intercom. “Dames en heren, we krijgen een vertraging van 10 minuten omdat ProRail besloten heeft een goederentrein voor te laten gaan”. Achter dit feitelijke verhaal hoorde ik een wereld aan meningen. Het was duidelijk dat de conducteur iets vond van ProRail, de kwaliteit van haar beslissingen en het gebrek aan invloed daarop.

Vorig jaar in de sneeuwperiode maakte ik hetzelfde mee op de lijn Amersfoort-Zwolle. We moesten daar langzaam rijden. Er kwam informatie over de intercom: “ProRail heeft in haar oneindige wijsheid besloten dat wij achter de vertraagde stoptrein moeten blijven rijden”. En even later: “Gelukkig heeft de treindienstleiding in Zwolle het heft in handen genomen en kunnen we weer op snelheid rijden”. Een wereld van afstand…… en vervolgens nabijheid.

Dit zijn de verhalen van de medewerkers in de front-linie. Zij werken vanuit een dubbele loyaliteit: aan de eigen organisatie (meestal op afstand) en aan de klant (meestal dichtbij). Als de organisatie beslissingen neemt die de front-linie medewerker onbegrijpelijk vindt, verschuift de loyaliteit naar de klant. En klinkt het verhaal over de eigen organisatie afstandelijk. Daar kan geen corporate marketing verhaal tegenop.

Welke verhalen vertellen de medewerkers in de front-linie over jouw organisatie?