Handig voor bestuurders? In Binnenlands bestuur verscheen recent een artikel over een promotie-onderzoek van Claar de Brauw.
Zij promoveerde aan de Vrije Universiteit op een methode waarmee je de kans op maatschappelijk protest kunt voorspellen. In haar onderzoek naar burgerprotesten (o.a. bij gebiedsontwikkeling) concludeert ze dat er twee oorzaken zijn voor het ontstaan van protest:
- het besluitvormingsproces
- de waarden die een burger met het onderwerp verbindt
In de knoop met de Knip
Beide oorzaken herken ik vanuit eigen ervaring. Wij wonen in een nieuwe wijk waar voorrang is gegeven aan fietsverkeer. Auto’s kunnen niet dwars door de wijk rijden omdat deze in delen is opgeknipt. De daarbij behorende versperringen worden ‘De Knip’ genoemd. Een paar jaar geleden won de VVD de verkiezingen met de belofte dat ‘De Knip’ zou worden opgeheven. Ruim baan voor het autoverkeer dus. Een onafhankelijk onderzoek toonde aan dat dit mogelijk was en tot tijdwinst zou leiden. De voorstanders van autoverkeer kregen plotseling alle aandacht en de wijk raakte hierover tot op het bot verdeeld.
Via Twitter sloot ik me aan bij een actiecomité voor behoud van de Knip. Mijn man, ook voorstander van rust en veiligheid voor fietsers, deed een vlot onderzoekje waaruit bleek dat de voorstellen helemaal niet tot tijdswinst zouden leiden. Via Twitter belandde dat in de krant. Later bleek dat het miljoenen zou kosten om de Knip op te heffen en stierf de hele discussie zachtjes uit.
Besluitvormingsproces bepaalt succes
Dat er protest ontstaat als mensen niet betrokken zijn bij besluitvorming lijkt bijna een open deur. Onderzoek leert dat de slagingskans van een verandering vooral wordt bepaald door de manier waarop het veranderproces is georganiseerd. Daarnaast is vertrouwen in de veranderaars een essentiële succesfactor. Datzelfde geldt dus voor veranderingen die de overheid initieert en die burgers raken. Actief betrekken van buurtbewoners in de beginfase van een project is dus een must, zeker bij onderwerpen (zoals de Knip) waar veel protest wordt verwacht.
Praten over waarden
Interessanter is het advies dat De Brauw geeft om de waarden van betrokken burgers te achterhalen. Burgers hebben verschillende waardeoriëntaties (meer daarover in mijn eboek ‘Beter met burgers’ ). Waarden zijn de drijvende kracht achter protest en verzet. De Brauw adviseert beleidsmakers daarom altijd in gesprek te gaan met burgers, ook als hun argumenten tegen een plan feitelijk onjuist zijn. In een gesprek kun je onderzoeken welke onderliggende waarden in het geding zijn. Het is dus belangrijk om in besluitvormingsprocedures ruimte in te bouwen voor gesprekken over waarden die voor burgers belangrijk zijn. Dat vraagt van beleidsmakers dat zij waarden kunnen herkennen, analyseren en erkennen.
Niet blijven hangen in standpunten
Het voorstel van De Brauw is dus om standpunten niet als ‘goed’ of ‘fout’ te beschouwen. Ze stelt: ‘beschouw standpunten als verschillende manieren om tegen een dilemma aan te kijken’. Dan blijft er ruimte om op een frisse manier tegen elkaar én het geschilpunt aan te kijken. De Brauw ontdekte ook dat burgers in de tijd gezien niet vastzitten aan één positie ten opzichte van een plan. ‘Erken dat de positie van burgers flexibel en veranderlijk is’, aldus De Brauw. Dat betekent dat de overheid de posities en waarden van burgers niet eenmalig moeten onderzoeken, maar dat van tijd tot tijd moeten herhalen. Iets om de overheid af en toe aan te herinneren?
Dit blog is het derde in een reeks van acht over overheidsparticipatie en samenwerken met burgers. Wil je de hele reeks lezen? Abonneer je dan en je ontvangt (ongeveer 1x per week) het blog automatisch in je mailbox. Natuurlijk vind ik het ook fijn als jij jouw ervaringen over dit thema deelt. Dat kan via mijn Facebookpagina, Twitter of LinkedIn. Tot snel!
Foto: Stadshagen Nieuws
One thought on “Praten over waarden in plaats van standpunten (3/8)”
Comments are closed.