Durf jij jezelf een volger te noemen?

Als leidinggevende heb ik heel wat sollicitatiegesprekken gevoerd. Vaak vroeg ik daarbij aan mensen hoe zij in concrete situaties leiderschap vertonen. De sollicitant deed vervolgens alle moeite om te vertellen hoe zijn of haar leiderschap er concreet uitzag. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand in een sollicitatiegesprek iets wilde vertellen over zijn volgerschap kwaliteiten. En ik heb daar ook nooit naar gevraagd……..volgerschap

Vorige week was ik aanwezig bij een mooie bijeenkomst over volgerschap. Het is een onderwerp dat mij steeds meer intrigeert. Formeel gezien zijn er in organisaties immers veel meer volgers dan leiders; de verhouding is meestal 1:10 of zelfs meer. Leiders bestaan alleen bij de gratie van volgers, zoals het bekende filmpje laat zien: “the first follower is what turns a lone nut into a leader”.

Toch vind je op de site van managementboek.nl ongeveer 350 boeken over leiders en maar 3 boeken over volgers. Zoeken met Google op ‘leiderschap cursus’ levert ruim 2 miljoen hits op. Zoeken met Google op ‘volgerschap cursus’ levert welismaar een half miljoen hits op, maar de meeste daarvan gaan over het krijgen van Twitter volgers of het volgen van je danspartner.

Hoe komt het dat leiderschap veel meer aandacht krijgt dan volgerschap?

Het Lanceerplatform geeft je vleugels……..

Heb jij dat nou ook? Je start een nieuw project binnen het publiek domein. Alleen aan voorbereiding ben je al weken kwijt. Dat moet toch sneller kunnen, als je iemand zou vinden die iets dergelijks al eerder heeft gedaan. Maar: hoe vind je die?

Voor zo’n vraag is nu een oplossing: het Lanceerplatform! Het geeft je een basis om je project veel sneller van de grond te krijgen. Het idee achter het Lanceerplatform is eerder toegepast in de vorm van Serious Ambtenaar. Gemeenten en andere overheden hebben een praktische vraag. Een team dat elders in de publieke sector aan zo’n zelfde vraag heeft gewerkt komt helpen. Het nieuwe aan het Lanceerplatform is dat het team dat bij jou aanhaakt, bestaat uit ambtenaren, externen en studenten. Zij zetten zich in om jouw project snel van de grond te krijgen.

Nu vraag je je misschien af: ’Kan ik meedoen? Want dat klinkt goed’. Dat kan, als je bereid bent tot geven en nemen. Praktisch betekent dat, dat jouw organisatie ook kleine teams van ambtenaren, externen en studenten beschikbaar stelt voor het Lanceerplatform. Ook jullie hebben immers ervaring met unieke projecten waarmee je collega’s in de publieke sector kunt helpen. Het Lanceerplatform bemiddelt op een slimme manier tussen aanbeiders en vragers. Het helpt om leren te versnellen.

We zijn blij als je nu denkt: “Prima, waar kan ik me aanmelden?” Want het Lanceerplatform is nog een idee dat support nodig heeft. Dit idee van een team, bestaande uit Pauline Zwart, Astrid Tol en Jan Hof won de 3e plaats bij de pitches tijdens de Stampijfabriek op 15 maart jl. Het wordt ondersteund door SlimmerNetwerk, het programma voor vernieuwing in de publieke sector. Op 13 juni waren we één van de vijf genomineerden voor #Pitch2013 bij het ministerie van BZK. We wonnen net niet…. maar gaan wel door!

Heb jij een project waarin je samenwerkt als ambtenaar, externe en/of student? Ben je bereid om 1 dag te investeren om elders een project te helpen ‘lanceren’? Of heb je juist behoefte aan hulp om je project van de grond te krijgen? Meld je dan bij één van ons:

  • Astrid Tol, astrid.tol@rgd.minbzk.nl
  • Pauline Zwart, info@connecta.nl
  • Jan Hof, jan.hof@minbzk.nl

Of bel me gewoon op 0654233288. We zoeken nog 1 of 2 projecten die met ons aan de slag gaan: leren door te doen!

Wil je niet direct meedoen, maar wel op de hoogte blijven? Meld je dan aan voor mijn nieuwsbrief.

Open organisaties…… open taal?

Een leuke vraag op Twitter. Als je werkt volgens het ‘nieuwe werken’, kan je dan nog regiokantoren openen? Dat roept immers een beeld op van kantoorkolossen en hierarchie.

Zelf stelde ik een soortgelijke vraag tijdens een netwerkbijeenkomst van vernieuwers in de publieke sector. Is het slim om zo’n netwerk van vernieuwers een denktank te noemen?

Tijdens mijn leeronderzoek naar netwerksturing maakte ik kennis met het werk van Louis Meuleman. Hij is gepromoveerd op drie manieren van sturen in organisaties. Daarbij onderscheidt hij hierarchische sturing, marktsturing en netwerksturing. Alle drie hebben ze een eigen taal. Meuleman betoogt dat leiders van nu deze drie manieren van sturing moeten beheersen. Dat vraagt om leiders die ‘meertalig’ zijn en nieuwe werk-woorden kunnen scheppen.

Welk woord is een alternatief voor regiokantoor in netwerktaal? Knooppunt? Hub? Centrum?

Wat is een alternatief voor denktank in netwerktaal? Doe-tank? Ideeen-vloot?

Professionals verantwoorden met verhalen

Er is veel te doen over professionals en verantwoorden. Is het effectief om te sturen op het aantal bonnen dat agenten schrijven?

Off het aantal minuten dat de thuiszorgmedewerker besteedt aan één handeling?
Volgens professor Matthieu Weggeman zijn dashboards achterhaalde manieren van sturen en verantwoorden op prestaties van professionals. Hij stelt dat die dashboards alleen nog in zwang zijn bij “MBA-managers die geen vak geleerd hebben”.

Maar hoe kan het dan wel? Bij professionele autonomie hoort immers ook professioneel verantwoorden. Niet alleen aan je baas, maar vooral ook aan collega-professionals en aan de klant of cliënt.

Op de werkconferentie “Publieke Beroepstrots” (in 2008) gaf Gabriël van den Brink daar al een antwoord op. Volgens hem moeten we sturen op goede, zinnige en zuinige dienstverlening. Hoe ziet dat er dan uit? Hoe herken je goed onderwijs of een professionele agent? Volgens Van den Brink zijn het vooral de professionals zelf die moeten vaststellen welke waarden voor professionele dienstverlening essentieel zijn. Tijdens de werkconferentie noemden de deelnemers er drie:

  • deskundigheid
  • betrokkenheid
  • moed

Bij de laatste gaat het dan vooral om de moed om het eigen professionele verhaal (inzichten, vragen en ervaringen) te delen, ook als dat in eerste instantie tot weerstand of risico leidt.

Aan wie moet dat verhaal dan worden verteld? Van den Brink noemt drie groepen die recht hebben te weten wat een professional in de publieke sector doet: het brede publiek, de leidinggevenden en de collega-professionals. Verantwoorden door verhalen kan dan in de plaats komen van het invullen van formulieren.

Ook Weggeman sluit zich bij deze opvatting aan. Hij pleit voor het sturen op visie. En wijst erop dat juist de vakmatig geschoolde leidinggevende het onderscheid kan maken: wie functioneert als professional en wie niet? Een leidinggevende moet immers in staat zijn het professionele verhaal van zijn of haar medewerkers op z’n merites te beoordelen en er feedback op te geven. Zo onstaat leren.

Als schril contrast benoemt Weggeman het “MBA-management”: de als manager opgeleide man of vrouw die van sector naar sector hopt. Hij ziet dat in organisaties waar MBA-managers professionals aansturen het vertrouwen daalt en de roep om bewijsvoering met cijfers en rapportages toeneemt. Want dat sluit aan bij wat dit type manager kent: hij/ zij leidt immers niet vanuit vakkennis maar op basis van spreadsheets.

Conclusie van de werkconferentie in 2008:  

Conclusie van Weggeman: “een professionele leidinggevende stuurt op basis van vakmatige verhalen”.

Wat is jouw verhaal over je professionele bijdrage? En wie luistert daar naar?