“Vertrouwen komt te voet en gaat te paard”. Een prachtige Nederlandse uitdrukking. Tijdens de kredietcrisis hebben we gezien hoe snel vertrouwen in banken, landen, of markten kan wegvallen. Meteen werd weer duidelijk dat vertrouwen een economische waarde heeft. Het maakt samenwerking gemakkelijker, leidt tot lagere kosten en hogere snelheid in werkprocessen.
Er zijn twee typen vertrouwen: vertrouwen “op” en vertrouwen “in”. Medewerkers die vertrouwen op het feit dat hun organisatie netjes het salaris uitbetaalt hoeven nog geen vertrouwen te hebben in de directie. Maar: als medewerkers er al niet meer op vertrouwen dat salarissen uitbetaald worden, dan is het vertrouwen in de organisatie zeker tot onder het nulpunt gedaald. Vertrouwen op is dus de basis waarop je kunt bouwen aan vertrouwen in.
Vertrouwen berust op concrete ervaringen, reputatie en inzicht in de motieven van de ander. Bouwen aan vertrouwen begint bij het realiseren van positieve ervaringen en open communicatie, ook over wat mis ging. Vertrouwen is niet statisch, maar een proces: het is de basis voor samenwerking én de uitkomst ervan.
Nu we in een netwerksamenleving leven, is het geven en ontvangen van vertrouwen steeds belangrijker. De Raad voor het Openbaar Bestuur schreef vorig jaar een mooi advies: “Loslaten in vertrouwen”. Voor de Raad is loslaten in vertrouwen de basis voor een nieuwe verhouding tussen overheid, markt en samenleving.
Kun je wel ‘werken aan’ vertrouwen en hoe dan ? Naar mijn idee begint dat met open kijken en luisteren. Hoe staat het ervoor met het vertrouwen in jouw organisatie of samenwerkingsrelatie? Welke niet-officiële verhalen doen in jouw werkomgeving de ronde? Wat wordt daarin verteld? Staan ze bol van wantrouwen, of is vertrouwen het uitgangspunt? Als je op deze manier ook durft te luisteren naar roddels en interpretaties, welke verhalen over vertrouwen hoor je dan?
Mooi! Zelf denk ik dat vertrouwen vooral te maken heeft met hoe je in het leven staat. Ga je er standaard van uit dat je vertrouwen krijgt en geeft? Ik wel eigenlijk. Oke, soms krijg ik dan een klap op m’n neus. Maar dat hindert me niet er mee verder te gaan! Zoals de waard is, vertrouwt ie z’n gasten. Geef je vertrouwen, dan krijg je vertrouwen.
Mooie reactie Rebecca! Zo ken ik je ook. Ik zal nog een keer een blogje schrijven over de ’tit-for-that’strategie. Een manier om om te gaan met vertrouwen en hen die dat eventueel beschamen 🙂
Wat leuk Pauline, ook wij gebruiken in ons boek ‘Huis van vertrouwen’ het onderscheid tussen vertrouwen op en vertrouwen in. Maakt veel duidelijk en het helpt om te werken aan vertrouwen.
Interessant Marijke! Ik ga meteen even kijken naar jullie boek.