Favoriete veranderkunde boeken (5): Leren samenwerken tussen organisaties

Er zat even wat tijd tussen mijn vorige blog en deze vanwege veel drukte en een pijnlijke schouder… maar nu dan eindelijk boek 5 uit mijn lijstje van favoriete veranderkunde boeken!

Het was lastig kiezen… maar ik heb gekozen voor het boek ‘Leren samenwerken tussen organisaties’. In mijn projecten ondersteun ik veel organisaties die samenwerken aan complexe maatschappelijke vraagstukken. Samenwerken lijkt dan gemakkelijk (iedereen heeft immers één doel?) maar toch komt iedereen flink wat hobbels tegen. Het is altijd mooi om te ervaren hoe een samenwerkingsverband kan groeien door het doormaken van die hobbels.

Het feit dat ik organisaties help met samenwerken betekent niet dat ik het zelf altijd gemakkelijk vind! Ik werk in een netwerk met andere zelfstandig ondernemers, Forzes. Daar voel ik me soms, ondanks alle ervaring, ook gewoon weer een beginner. Hecht ik aan mijn vrijheid, of investeer ik het netwerk? Geef ik alleen of haal ik er ook wat uit en hoe lang mag dat duren? En hoe zit het met de vorm? Wil ik op een losse manier samenwerken of zoek ik toch structuur?

Het boek ‘Leren samenwerken tussen organisaties’combineert theorie en praktische voorbeelden en geeft veel tools, modellen en checklists. Zo’n gereedschapskist is handig, want inmiddels heeft iedereen in zijn of haar werk wel te maken met allianties, netwerken, ketens of een strategisch partnership. In een samenwerkingsverband blijken er heel andere regels en logica te zijn dan binnen een organisatie. Hiërarchisch denken helpt daarbij niet. In dit korte filmpje licht één van de auteurs, Wilfried Opehij, dat nog eens toe.

Denken en doen in driehoeken (5/8)

Vorig jaar begeleidde ik twee intervisiegroepen van ambtenaren. Zij zochten gedreven naar innovatieve manieren om samen te werken met burgers en ondernemers. Lokaal initiatief stond centraal. Daar waar initiatief opbloeide wilden de ambtenaren ondersteunen.

Tijdens de intervisie bleek dat zij nog moesten wennen aan de nieuwe rol. Ze stelden veel vragen. Hoe laat je het initiatief bij de andere partij, zonder je passief op te stellen? Hoe krijg je je leidinggevende zo ver dat zij aansluit in plaats van te bepalen?

Een model dat behulpzaam bleek bij deze vragen is het ‘denken in driehoeken’ van Kessels en Smit. Daarmee maak je rollen en werkrelaties duidelijk.
Er zijn drie rollen:

  • Initiator
  • Actor
  • en Ondersteuner.

In de intervisiegroep tekenden we eerst de ‘klassieke’ driehoek (links in het plaatje; klik voor een vergrote versie). De rollen daarin zijn herkenbaar.

Heeft jouw organisatie ook een praat- en een doetheorie?

In de top-3 van politieke modewoorden in 2014 stond de term ‘participatiesamenleving’. De overheid kan niet meer alles doen en dus moeten burgers zelf meer verantwoordelijkheid nemen. Dat idee is natuurlijk niet nieuw. Samenwerking tussen overheid en burgers staat al jaren op de agenda van beleidsmakers en politici.

Toch hoor ik professionals uit de publieke sector vaak zuchten als het over samenwerken met burgers gaat. Ik voel een oprecht verlangen bij hen om samen te werken, maar hoe dan? Dat is een zoektocht. Professor Hans Boutellier noemt dit in zijn boek De improvisatiemaatschappij de ‘handelingsverlegenheid van professionals’.

Professionals met passie

Het afgelopen jaar sprak ik medewerkers van gemeenten die wél vol passie, al improviserend, aan de slag zijn om met burgers en ondernemers projecten van de grond te krijgen. Ik noem ze hier Marieke, John en Martijn. Hun gemeente heeft het woord ‘participatie’ in alle beleidsstukken staan. Toch lopen zij met hun praktische vragen stuk in de interne organisatie. Ze ervaren geen ondersteuning, maar eerder tegenwerking van leidinggevenden en collega’s.

Marieke: “we realiseren mooie dingen samen met bewoners in de wijk. Maar ik loop stuk op de systeemwereld van mijn eigen organisatie”. Martijn: “als ik een praktisch plan inbreng van winkeliers in onze gemeente, krijg ik in het MT een compliment. Maar vervolgens is er geen enkele ondersteuning of praktische hulp.”
Marieke en John zaten aan het eind van 2014 wekenlang ziek thuis; hun energie was op.

praat-en doetheorieGek genoeg is het heel gebruikelijk dat organisaties het ene ding zeggen (’we willen burgerparticipatie’) en het andere ding doen (’we steunen jouw project niet als het buiten onze procedures en werkwijzen valt’). Organisatiepsycholoog Chris Argyris schreef hier in 1985 al over. Hij benoemt het verschil tussen een praattheorie en een doetheorie.

Interview met Doetank-Trekker Bennie Beuvink

Zo’n zes jaar geleden startte ik met mijn oud-collega Bennie Beuvink een gezamenlijke trektocht naar vernieuwing in de publieke sector. We reisden van Enschede naar Utrecht voor de eerste bijeenkomst van het Slimmer Netwerk en vonden daar ook meteen een nieuwe methodiek uit: De DoeTank.  Waar leidde dat toe?  Lees daarover meer in dit interview met DoeTank-trekker Bennie Beuvink.
Over echt gaan kijken wat er gebeurt en in contact komt met de mensen voor wie je iets wil betekenen, als voorwaarden om verandering in gang te zettenBennie Beuvink

Kennis delen door te dóen

HiResExact 44 jaar geleden werd het ruimtevaartuig Apollo 12 gelanceerd. Een mooie dag om het Lanceerplatform het levenslicht te laten zien, zo vonden wij als initiatiefnemers. Wat was het Lanceerplatform ook al weer? Ik schreef er eerder over in dit blog.

Het werkt als volgt: gemeenten en andere overheden hebben een praktische vraag. Een team dat elders in de publieke sector aan zo’n zelfde vraag heeft gewerkt komt helpen. Het nieuwe aan het Lanceerplatform is dat het team dat helpt bestaat uit ambtenaren, externen en studenten. Zij zetten zich in om je project van de grond te krijgen. Het Lanceerplatform deelt dus kennis door te dóen.We bemiddelen tussen ervaren projectteams en opstartende projecten met kennisdelen als voornaamste doel.  

Een artikel over het Lanceerplatform vind je vandaag op de nieuwssite Republic. En natuurlijk kun je ook een bezoek brengen aan de website van het Lanceerplatform!