Als ik cursussen geef vraag ik deelnemers naar hun eigen leervraag. Als hulp bij het opschrijven geef ik een invulzin: ‘hoe kan ik ….. zonder dat….”. Je maakt met zo’n zin heel concreet wat je wilt bereiken én wat je daarbij niet wilt verliezen. Dat maakt de spanning voelbaar waar je in zit.
Als ik de leervragen verzamel valt me iets op. Veel deelnemers schrijven: ‘hoe kan ik mijn project realiseren, zonder dat ik ga sleuren en trekken aan anderen’? Die vraag zie ik in tientallen varianten voorbij komen. Sleuren en trekken aan anderen, weerstand overwinnen, overtuigen… het kost ons allemaal veel energie. Kan dat ook anders?
Een tijdje geleden was ik aanwezig bij een mooie bijeenkomst over volgerschap. Het is een onderwerp dat mij intrigeert. Formeel gezien zijn er in organisaties immers veel meer volgers dan leiders; de verhouding is meestal 1:10 of zelfs meer. Leiders bestaan alleen bij de gratie van volgers, zoals dit bekende filmpje laat zien:
Toch vind je op de site van Managementboek 350 boeken over leiders en maar 3 boeken over volgers. In de Westerse cultuur associëren we ‘leiden’ kennelijk met initiatief en actie en ‘volgen’ met passiviteit. Vreemd, want we weten al eeuwenlang dat er veel moed voor nodig kan zijn om te volgen. Kijk maar naar de moedige mensen die in een dictatuur een nieuwe (democratische) beweging durven te gaan volgen.
Het antwoord op de vraag ‘hoe kan ik mijn project realiseren, zonder dat ik ga sleuren en trekken aan anderen’? kan dus zijn: ‘vertoon goed volgerschap’.